Luitenant-kolonel der mariniers Dick Bosch heeft zich in het oktobernummer van het marineblad uitgelaten over het marinepersoneel en hun positie in de Curaçaose en Arubaanse samenleving. Hij vindt dat de militairen te veel in hun Nederlandse 'bubbel' zitten: ze hebben hun eigen tandarts en hun eigen sportactiviteiten en weten te weinig van de lokale cultuur.
Tijd dus om in te burgeren en dat doe je door onder andere de taal te leren, het Papiaments. Beheersing van taal wordt toch in zijn algemeenheid, net als in Nederland, gezien als hét teken dat je geintegreerd bent. Dat je moeite hebt gedaan.
En dat is waarschijnlijk ook zo, alleen wordt het in de praktijk vaak omgedraaid, ook in Curaçao: als je geen Papiaments spreekt of verstaat, heb je geen interesse en wil je niet integreren. Ik denk dat dat wat kort door de bocht is.
Ik moet er wel bijzeggen dat het makamba’s niet makkelijk wordt gemaakt om de taal te leren. De meeste Curacaoënaars spreken redelijk tot goed Nederlands en prefereren dan ook om Nederlands met je te spreken.
Toen ik vanochtend de marinevoorlichtster op de basis belde en haar voorstelde om met een paar jongens over dit onderwerp te praten, werd de boot afgehouden. Ze voelen zich overvallen door de uitlatingen van hun collega. De marine probeert heel positief in beeld te komen op het eiland, door veel sociale projecten uit te voeren. Maar men weet natuurlijk ook wel dat het marinewereldje een eigen wereldje is. Ter verdediging kan echter worden aangevoerd dat de Marine zelfvoorzienend moet zijn om haar taken uit te kunnen voeren. En dat de keuze om te gaan sporten op de basis daarom een logische is.
Bovendien: hoe sterk integreren de jongens op de marinebasis in Den Helder eigenlijk in de Nederlandse samenleving?
Anousha Nzume in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (5'32")
1 opmerking:
Veel rumoer aan deze kant van de oceaan.
Aan de andere kant gaat dat dus anders.
Ik ben benieuwd hoe dit verder afloopt.
Vriendelijke groet uit Amsterdam-ZuidOost.
Een reactie posten