donderdag 29 maart 2012

Onderwijs Sint Eustatius in de problemen


De Nederlandse Inspectie van Onderwijs heeft alle scholen op Sint Eustatius bezocht en uiteraard ook onderzocht en is daarna tot de conclusie gekomen dat de kwaliteit van het onderwijs ver onder de maat is. Het gaat niet goed op die scholen. En om die problemen aan te pakken zijn alle basisscholen en de enige middelbare school op het eiland nu onder Nederlands toezicht gesteld.

De rapporten beschrijven een dramatisch situatie. De Gwendoline van Putten school bijvoorbeeld, de enige middelbare school op het eiland, had in 2011 op het Vmbo eindexamen een slagingspercentage van 41 procent en de Havo slechts 64 procent.

Zowel het lesaanbod is beneden de maat. Maar ook de hoeveelheid lessen is een probleem. De school haalt de norm niet. Op  één van de lagere scholen wordt zo weinig getoetst dat de Inspectie niet eens kan achterhalen hoe hoog het nivo van de kinderen is. 

Verklaring
Eén van de verklaringen voor deze situatie - en dat staat niet in het rapport - is dat de scholen uit een Antilliaanse situatie komen en nu worden beoordeeld binnen een Nederlands kader. Sinds 10 oktober 2010 is Sint Eustatius onderdeel van het Nederlandse staatsbestel en verantwoordelijk voor onderwijs op de drie BES-eilanden.

Op Sint Eustatius geldt dan ook nog dat men is overgestapt op het Nederlands als intructietaal in het Voortgezet Onderwijs. Terwijl de lagere scholen juist Engels aanhouden. De leerstof die er is, sluit aan op de Nederlandse contekst, en dat is niet de belevingswereld van de kinderen aldaar.

Tot overmaat van ramp is er ook nog veel lesuitval. Het gevolg van onvoldoende leerkrachten op school. En ook onvoldoende invallers bij afwezigheid. Veel scholen anticiperen hier niet op, zodat het 'normaal' lijkt.

Extra geld
Het Nederlandse kabinet trekt nu extra geld uit om leraren te stimuleren in Caribisch Nederland aan de slag te gaan. Leraren uit Nederland zijn nu vaak nog huiverig voor een overstap vanwege de lagere salarissen op de eilanden en de verhuiskosten. Daar moet de 4,5 miljoen euro tot 2015 verandering in aanbrengen.

De scholen hebben nu afspraken gemaakt met de Onderwijsinspectie, die zijn vastgelegd in een toezichtplan. Daarin staat vermeldt wanneer de kwaliteit weer op orde moet zijn en hoe dit wordt vastgesteld. De inspectie beoordeelt over een periode van vijf jaar (2011-2016) jaarlijks alle scholen. Uiterlijk in 2016 moeten de scholen aan alle aspecten van de basiskwaliteit voldoen


Fouad Sidali in gesprek met Dick Drayer (4'19")

woensdag 28 maart 2012

Olympische sporters rekenen niet op Curaçaose overheid

De Curaçaose sportwereld is in rep en roer door de belabberde geste die minister Monk deed naar de tien sporters die bezig zijn om zich te kwalificeren voor de Olympische Spelen in London.

Deze week werd duidelijk dat zijn subsidie om je te kunnen kwalificeren 4.000 gulden bedraagt. “Een lachertje”, volgens kenners. Junior Millerson, de president van het voormalig Nederlands Antilliaans Olympisch Comité (NAOC) zegt dat er zeker 250.000 gulden nodig is om alle atleten een eerlijke kans te geven. Dat geld is bedoeld voor reiskosten, verblijf, deelname aan trainingskampen en materiaal. Om je te kwalificeren.

Om maar te zwijgen van de Olympische Spelen zelf. Sprinter Churandy Martina de bekendste Curaçaose atleet had voor zijn die deelname destijds in Peking 350.000 gulden nodig. Hij koos - en dat lijkt nu een profetische keuze - eerder al om uit te komen voor Nederland. Simpelweg omdat de Curaçaose omstandigheden zich niet lenen voor topprestaties.

Funda Müjde in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (3'34")

Curaçao houdt niet van slangen

Curaçao lijkt in rep en roer te zijn door boa slangen. Na de vondst van twee boa’s op het eiland – van 2,40 meter lang - vreest men hier Arubaanse toestanden. Op Aruba werden vorig jaar ruim 800 boa’s gevangen. Men spreekt daar zelfs – al is dat cynisch - van een endemisch soort.

De meeste mensen hier moeten niets hebben van die grote slangen. De slangen die namelijk wel op Curaçao thuishoren, de zilverslang en de zweepslang - ook boa's trouwens - zijn een stukje kleiner: zo'n 20 tot 50 centimeter.

De lange broeders zijn hoogstwaarschijnlijk door Venezolanen aan wal gebracht. Bewust voor de  verkoop of onbewust tussen de groente. Veel hobbyisten blijken een slang wel leuk te vinden tot ze ontdekken hoeveel werk het is om een slang echt in huis te hebben. En dan wordt-ie maar gedumpt in de natuur.

De angst voor de grote boa's is niet terecht. Uiteraard is een populatie zoals in Aruba niet echt prettig, maar of Curaçao zo'n populatie heeft, is nog maar de vraag. Er zijn tenslotte maar twee gevonden tot nu toe. Daartegenover staat dat op Aruba zwangere boa’s zijn aangetroffen, die 50 tot 60 eieren in hun lichaam hadden. De hoeveelheid eieren wordt gelinkt aan de afmeting van de slang. En de gedode exemplaren op Curaçao waren 2,40 meter lang”.

De angst van mensen is ook ongegrond, omdat de slang zelf ongevaarlijk is voor mensen. Hij is niet giftig en valt geen mensen aan. Tenzij je zelf aanvalt, dan kan hij lelijk bijten.

Funda Müjde in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (3'13")

dinsdag 20 maart 2012

Wichi/Marchena is een teken aan de wand

De wijk Wichi/Marchena is onderdeel van een nationaal plan voor wijkverbetering, dat na het laatste bezoek van voormalig minister Vogelaar een prachtwijk op Curacao zou moeten worden. Maar dat geld van Nederland is nooit gekomen. Vogelaar moest een dag nadat ze hier was, zelfs haar ministerspost inleveren. De regering Schotte zag echter wel wat in zo’n prachtwijk, heeft er ook veel woorden aan besteedt, maar de wijk ligt er nog net zo bij als voor het bezoek van Ella Vogelaar. De demonstratie vandaag kan dan ook gezien worden als een teken aan de wand voor de teloorgang van de wijkontwikkeling van de regering Schotte. De wijk pikt het niet meer.

Achterstandswijk
Wichi/Marchena is een achterstandswijk onder de ‘letterlijke rook’ van de Isla raffinaderij. De wijk is vergrauwt en vergrijst als gevolg van de luchtvervuiling. Het ruikt hier vrijwel permanent naar zwavel en rotte eieren. Het zwerfvuil ligt overal verspreid, de huizen vallen uit elkaar en de wegen zijn niet geasfalteerd of hebben grote gaten in het wegdek. Die bovendien 's avonds onverlicht blijven, want verlichting in de wijk, dat is wel erg lang geleden.
Met andere woorden, een wijk waar je zo snel mogelijk doorheen wilt rijden.  

De burgers is van alles beloofd, maar niets is gegeven. Deze wijk is één van de vele wijken die morren, steunen en zuchten en zich afvragen of de overheid er ook voor hun is.  

Geld
De regering heeft een wijkontwikkelingsplan ontworpen zonder daar een budget bij te maken. Het projectburo dat zich inzet voor de wijkverbetering heeft weliswaar - voor elk ministerie dat betrokken is bij de wijken - een apart plan gemaakt en een budget ontworpen, maar de ministers hebben daar niet naar gekeken. Want wijkaanpak moet gezamenlijk gebeuren, en daar kan een minister individueel niet mee scoren. En dat is het probleem op Curaçao. Ieder voor zich en God voor ons allen.  

En als dan ook zo'n grote reus als de Isla meedoet, lijkt elk wijkbeleid om schone lucht te krijgen, te stranden. Ondanks het feit dat de milieubeweging op Curaçao alle rechtzaken tot nu toe heeft gewonnen, blijft de raffinaderij zijn vuil maar uispuwen over de wijken, waaronder Wichi/Marchena. De overheid is de aangewezen partij om hier op te treden, maar die kiest vooralsnog voor de werkgelegenheid op het eiland, en niet voor de bewoners van Wichi/Marchena.  

vrijdag 9 maart 2012

Curaçao en Sint Maarten wassen witter dan wit

Jaarlijks publiceert het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken een lijst van landen waar witwassen van criminele gelden relatief makkelijk gaat. Dat heten dan ‘aandachtsgebieden’. In 2011 ging dat op Sint Maarten en Curacao nog makkelijker dan voorheen en gisteren werd bekend dat de eilanden in de Cariben nu in de categorie "Primair aandachtsgebied" zitten, dat is de hoogste categorie. Nederland stond al in die categorie, net als Amerika zelf overigens. 


Curaçao kan op die lijst staan omdat Caribische eilanden ingekapseld liggen tussen de producerende drugslanden, zoals Colombia en Venezuela en de consumerende drugslanden in Noord-Amerika en Europa. Een opvallende oorzaak die de Amerikanen noemen is dat men constateert dat de politie van Curaçao niet goed functioneert. ‘Lack of leadership’, gebrek aan leiding wordt dat genoemd. Maar ook corruptie binnen het politieapparaat wordt als probleem ervaren.

Dat Sint Maarten op de lijst van de Amerikanen voorkomt, kan onmogelijk een verrassing zijn. Afgelopen januari publiceerde de KLPD (de Koninklijke Landelijke Politiedienst in Nederland) al dat het land een schreeuwend tekort heeft aan opsporingsambtenaren en goed gekwalificeerd personeel. Achter de feiten aanlopen, werd er door de KLPD gezegd. En ook de Amerikanen concluderen dat het eiland overspoeld wordt door criminaliteit en ontbeert het de politie aan training en personeel om zware misdaden te onderzoeken".

Sint Maarten is sinds kort autonoom. En dat is een belangrijke factor in dit verhaal. Toen Sint Maarten autonoom werd, trokken alle overheidsdiensten van de Antillen namelijk de stekker uit Sint Maarten en moesten de overheidsdiensten het land van scratch opgebouwd worden.

Zo bestond de doaune uit achttien mensen, waarvan vijf Curaçaoenaars en vier Nederlanders. Die vertrokken allemaal na de autonomie. Negen douaniers bleven over op een eiland dat soms 30,000 cruistoeristen per dag verwerkt en waar gemiddeld per jaar 30,000 containers door de haven gaan.

De hoofdofficier van justitie op Sint Maarten, Hans Mos kon gister nog niet reageren, omdat hij het Amerikaanse rapport nog niet kende. Maar het probleem met sint maarten is niet nieuw. Er zijn verbeterplannen ingezet om meer personeel te trekken, maar of dat voldoende is om van de zwarte lijst af te komen, is twijfelachtig.

Voor Curaçao is dat nog onduidelijker, want het rapport noemt expliciet het onderzoek van Rosenmöller om aan te geven dat integriteit van bestuur als een onzekere factor op Curacao wordt opgevat.

Presentator Fouad Sidali in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (3'38")

woensdag 7 maart 2012

Verzet tegen Schotte groeit


foto: rnw
Op Curacao komt steeds meer verzet tegen de regering van premier Schotte. Nadat er belastende informatie uitlekte over mogelijk gesjoemel van de premier en zijn ministers heeft de verdeelde oppositie de handen inéén geslagen. Tot woede van de tegenstanders blokkeert de regering ieder onderzoek naar eigen integriteit.

Het verzet is niet nieuw, maar nu wel verenigd. Ze noemen zich Frente Sivil, burgerfront. Afgelopen maandag protesteerden zo’n 2000 mensen tegen het kabinet Schotte. En dat toont aan dat het verzet groter wordt.


De afgelopen periode zijn vermeende belastinggegevens van verschillende ministers op straat komen te liggen. Geen kleine bedragen. De minister van Financien zou een schuld hebben van 800.000 euro. En de betalingsregeling die hij had getroffen, zou niet worden nagekomen.


Over premier Schotte blijken 43 keer MOT-melding uit 2009 te bestaan. MOT staat voor Melding Ongebruikelijke Transactie. Het OM heeft gekeken naar deze meldingen, maar besloot Gerrit Schotte niet te vervolgen. Afgelopen maandag werd echter duidelijk om wat voor bedragen het zou gaan en nu eist het Burgerfront uitleg: de bedragen staan in geen verhouding tot zijn salaris destijds.


Een echte vuist kunnen de demonstranten niet maken, de coalitie van de premier heeft een meerderheid in het parlement. Mensen van zijn eigen partij hebben hun zetel direct aan Schotte te danken en houden hem tot dusver de hand boven het hoofd. Het parlement weigert de ministers ter verantwoording te roepen en praat liever over ‘wie er informatie lekt’ dan over ’wat voor informatie er gelekt wordt….’

Curacao is een zelfstandig land, binnen het koninkrijk; ze moet haar eigen boontjes doppen. Alleen als de 'integriteit van het bestuur' in gevaar komt, kan Nederlad optreden. De kans dat dat gebeurt, is echter niet groot. Want met eventueeel ingrijpen, wordt Nederland onderdeel van het probleem.


En daar zit niemand op te wachten.


Fouad Sidali van Dichtbij Nederland in gesprek met Antillencorrespondent Dick Drayer (5'09")