Ze zijn blond, vrouw, tussen de 18 en 25 jaar oud. Lopen met z'n vieren over straat, bezoeken typisch hollandse kroegjes in Punda en wonen allemaal in de Nieuwstraat. Ze integreren nauwelijks, praten geen papiaments en gaan na zes maanden weer terug naar Nederland.
Ik heb het over de Nederlandse stagiair.
Twee weken geleden kwam deze groep onbedoeld in het nieuws doordat de oppositie in de eilandsraad van Curaçao een motie had voorbereid waarin zij de coalitie opriep om Nederlanders die niet op Curaçao zijn geboren (de witte Nederlander in 99,9% van de gevallen) en meestal maar kort verblijven, uit te sluiten van het aanstaande staatkundige referendum. Het referendum waarin de bevolking zich kan uitspreken over de huidige staatkundige koers naar autonomie van Curaçao:
Hoewel er wel wat valt te zeggen om tijdelijke passanten niet mee te laten beslissen over de toekomst van Curaçao, begeeft de oppositie zich op zeer glad ijs met deze motie. De behoefte om het volkse begrip 'Yu'i Korsou' (kind van Curaçao) te omschrijven en te definiëren is niet nieuw, maar om deze te koppelen aan politieke rechten is op z'n zachts gezegd 'dubieus'.
Hoewel er wel wat valt te zeggen om tijdelijke passanten niet mee te laten beslissen over de toekomst van Curaçao, begeeft de oppositie zich op zeer glad ijs met deze motie. De behoefte om het volkse begrip 'Yu'i Korsou' (kind van Curaçao) te omschrijven en te definiëren is niet nieuw, maar om deze te koppelen aan politieke rechten is op z'n zachts gezegd 'dubieus'.
Plaats dit gegeven dan ook nog eens in de contekst van de afgelopen VIA-discussie en menig haar gaat, samen met de gefronsde wenkbrauw, rechtovereind staan. De hele oppositie (en coalitie) schreeuwde -terecht- moord en brand toen het Nederlandse kabinet zich voornam om etnische registratie via de Verwijsindex Antillianen (VIA) te introduceren om zo de ongrijpbare groep van niet-ingeschreven Antilliaanse probleemjongeren in kaart te kunnen brengen.
Diezelfde oppositie komt dan vervolgens met bovenstaande motie en ziet geen verband. Ik krijg er een ongemakkelijke balk-splinter, verwijtende pot-en-ketel-gevoel van................
De populistische eilandraadsleden van de MAN, NPA en PS wisten in de marge van deze - door de coalitie 'rascistisch' gelabelde motie nog mee te delen dat het toch niet zo kan zijn dat de Nederlandse stagiaires de staatkundige toekomst van Curaçao gaan bepalen!?
Los van het antwoord op deze vraag, weet iedereen dat de 500 stagiaires, die op enig moment op ons eiland verblijven niet mogen stemmen, omdat zij niet uitgeschreven zijn uit Nederland (vanwege studiebeurs) en dus ook niet ingeschreven staan op Curaçao. Nog los van het feit dat 500 stemmen op 62.550 stemmende kiezers (het aantal dat bij het laatste referendum van 2005 opkwam) vermoedelijk geen verschil zal maken en nog los van het feit of deze groep en-masse 'JA' zal stemmen, want daar is de oppositie uiteraard bang voor........
-0-0-0-0-
Nauwelijks een week later komen de stagiaires opnieuw in het nieuws, onbedoeld. Op maandag 2 februari worden 4 blonde studenten 's avonds na eetcafé bezoek in de Nieuwstraat overvallen door 2 gewapende boeven. Eén van de stagiaires weet weg te rennen, een andere student houdt haar tas met spullen stevig geklemd in de arm en de overige twee moeten hun spullen afgeven. De overvallers zijn zelf nog zenuwachtiger dan hun slachtoffers, maar weten wel te ontkomen.
Drie dagen later vind ik één van de stagiaires, Angela, bereid om haar verhaal in mijn uitzending te doen. We spreken voor het (opgenomen) gesprek af welke onderwerpen ik niet aan mag snijden (bijvoorbeeld: waar ze werkt en woont) en ik spreek met haar af - dat doe ik altijd bij traumatische verslagen - dat zij de regie heeft over het gesprek: zij kan te allen tijde haar zinnen herfraseren en aan het einde van het interview kan zij besluiten om het alsnog niet uit te zenden.
Het gesprek loopt voorspoedig en beiden zijn we tevreden over het resultaat. De uitzending is over twee uur.
Eén uur later belt Angela mij in paniek op: haar vriendinnen staan huilend en trillend aan de telefoon en willen niet dat het interview uitgezonden wordt. Ze zijn als de dood dat de daders na het interview hen op komen zoeken en wraak komen nemen: "ze hebben ons fototoestel, heeft één van mijn vriendinnen gezegd, dus ze weten precies hoe we er uitzien en ze weten waar we wonen", aldus Angela. Uit alles blijkt dat deze meiden nog zwaar getraumatiseerd zijn door het incident en nog niet echt helder kunnen denken. De overvallers luisteren vermoedelijk niet naar een nederlandstalige zender; het interview geeft geen aanleiding tot wraak; overvallers willen na hun daad zover mogelijk verwijderd zijn van de crimescene, terwijl slachtoffers het omgekeerde denken ('ik zie in elke zwarte man een dader').
Ik praat een half uur met Angela en ze besluit dat ik het alsnog mag uitzenden. vlak voor de uitzending belt ze opnieuw en zegt opnieuw dat ik het niet mag uitzenden: 'mijn vriendinnen willen het niet'. Op de vraag wat ze zelf wil, antwoordt ze dat ze geen problemen heeft. Ik vraag haar de telefoonnumers van haar vriendinnen en mijn collega Nelly belt ze op om ze gerust te stellen en 'toestemming' te krijgen. Ik beloof Angela om haar na de uitzending op te bellen.
Ik weet dan al dat ik het gesprek ga uitzenden. Ik heb al 2 maal expliciete toestemming van mijn gesprekspartner en haar vriendinnen zijn voor mij eigenlijk geen partij in deze. Maar mochten de drie anderen echt NEE zeggen, dan zal ik het wel overwegen. Vlak voor de uitzending zegt Nelly mij dat één van de meisjes toestemming geeft, maar dat ze de twee andere dames niet kan bereiken.
Mijn besluit staat vast: uitzenden!
Na de uitzending bel ik Angela, zoals beloofd en vind vier boze meiden aan de andere kant van de lijn: "je had geen toestemming! Je hebt ons niet gebeld". Ik leg uit waarom ik wel heb uitgezonden, maar biedt hun aan om morgen naar de studio te komen, om het uit te praten. 's Avonds zegt Aysheline mij om vriend Reinoud uit te nodigen bij het gesprek. Reinoud is een ervaren trauma-psychologische hulpverlener (uit mijn Artzen zonder Grenzen tijd) en ik ben dat niet.
Vrijdagmiddag om twee uur staan de vier dames op de stoep. Ze hebben drie blonde mede-stagiaires meegenomen en zo zit ik damen met Reinoud en zeven blonde meiden aan tafel de hele overval opnieuw door te nemen en de boosheid weg te nemen.
Wat mij opvalt is dat het trauma van de overval een ongelovelijke hoeveelheid irreële angst opwekt, logische beredeneringen vertroebeld. Ik haast mij om te zeggen dat die angsten voor de slachtoffers uiteraard niet irreëel zijn.
Aan het eind van het gesprek vraag ik of de dames het goed vinden dat ik het interview op internet mag zetten, zoals ik met al mijn audio-items doe. Het antwoord is volmondig JA. Eén van de studenten zegt me zelfs om het vandaag nog te doen, want haar ouders in Nederland willen het ook graag horen.....
Eind goed, al goed.
-0-0-0-0-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten