Auteur: Miriam Sluis
In het overvolle Curaçaose medialandschap zitten vooral de Nederlandstalige media in de lift. De toestroom van Nederlandse stagiaires, ‘penshonados’ en toeristen maakt de markt lucratief.
Door het raam van de studio van radiostation Paradise FM kijkt eigenaar Cees Baas op de pastelkleurige gevels van de Handelskade in Willemstad. Beneden, in de St. Annabaai, draait de karakteristieke pontjesbrug open om een torenhoog vrachtschip door te laten. Marco Borsato schalt door de studio. ‘We willen een stadszender zijn’, zegt Baas. ‘Nederlandstalig, maar wel vanuit een Curaçaos oogpunt.’Met een investering van ruim 444.000 euro, weggekochte sterren van andere stations en – in het kader van de financiën – een golden oldies zusterstation, is Paradise FM door de concurrentie omgedoopt in ‘het Talpa van Curaçao’. Baas ziet het zelf ook zakelijk: als de zender binnen een half jaar geen winst maakt, trekt hij de stekker eruit.
Paradise FM, de zender bestaat sinds 1989, is in vernieuwde vorm nu twee maanden in de lucht. Het overvolle Curaçaose medialandschap, met circa dertig radiozenders, drie tv-stations en negen dagbladen op een bevolking van 137.500 mensen, bestaat voornamelijk uit Papiamentstalige pers. Het vernieuwde Paradise FM symboliseert daarin de groeiende interesse in Nederlandstalige media, nog geen 20 procent van het totale aanbod.
‘Curaçao zit in de lift’, zegt eigenaar Michael Willemse van het Antilliaans Dagblad in zijn kantoor even buiten het centrum van Willemstad. De afgelopen jaren bezochten steeds meer Nederlanders het eiland. Naast ruim 100.000 Nederlandse toeristen en circa 1200 stagiaires per jaar, nam ook het aantal Nederlandse gepensioneerden en tweedehuisbezitters de afgelopen jaren explosief toe. Genoeg reden voor Willemse om, na ruim elf jaar als hoofdredacteur van Curaçao’s oudste Nederlandstalige avondkrant Amigoe, in mei het bestaande Antilliaans Dagblad over te nemen.
Tot nu toe zijn de Curaçaose kranten, vooral de Papiamentstalige, gericht op sensatie en bloederige foto’s. Dat is een Caraïbische, zelfs Zuid-Amerikaanse traditie. Voor Willemse, op het eiland geboren, is het belangrijk om naast de toestromende Nederlanders ook Curaçaose opinieleiders en decision makers te bereiken. ‘Ik zag altijd al ruimte voor een inhoudelijk sterke Nederlandstalige ochtendkrant. Maar het blijft tegen elkaar opboksen in deze kleine markt.’
Zo is Jos Campman, oud-hoofdredacteur van Omroep Gelderland en nu interim-manager bij het oudste Curaçaose radiostation, Hoyer, geschrokken van de concurrentie en het gebrek aan een publieke omroep in de oud-kolonie. Campman: ‘Hoyer vervult een maatschappelijke taak, maar daar krijg je als station niets voor terug.’
Vanuit een studio met uitzicht op zonnende badgasten en een azuurblauwe zee heeft station manager Egon Sybrandy minder moeite om zijn Nederlandstalige Dolfijn FM in de markt te zetten. Door een snelle programmering stond Dolfijn FM al snel bekend als stagiairezender. ‘In het derde jaar’, zegt Sybrandy, ‘zijn we erachter gekomen dat als je je alleen op Nederlanders richt, de groep beperkt blijft.’ Door bewust een meer Curaçaose focus in de program¬mering te brengen trekt de zender nu steeds meer Curaçaoënaars, veelal geremigreerd uit Nederland.
Dat is bij Paradise FM nog niet aan de orde. ‘We zijn bezig een echte Curaçaose nieuwsredactie op te zetten’, zegt hoofdredacteur Dick Drayer. ‘Daar heb je mensen voor nodig: Curaçaose journalisten die de benen uit hun lijf willen rennen. Die zijn nog moeilijk te vinden.’
Foto: Prince Victor
Geen opmerkingen:
Een reactie posten